Het oude zeer en de glimlach
Vanaf het uitstappen uit de trein tot het arriveren met de gedeelde taxi werd ons vertrouwen in de mens op proef gesteld. Op het moment dat we de trein uit kwamen stond er een leger aan tuk-tuk chauffeurs, gekleed in officieel uitziende oranje hesjes, ons op te wachten. Het laatste stuk tot aan de Combodiaanse grens werd voor 60 Baht aangeboden. In de regel wordt er 200% van het ‘eerlijke’ bedrag aangeboden. Met een beetje afdingtalent gaat er al snel 30% van de prijs af. Gelukkig is Marleen een waanzinnig goed in haar charmes gebruiken om af te dingen. Op het moment dat onze niet Engels sprekende chauffeurs met ons wegreed wisten we al waar het op uit zou draaien. Vlak voor de grens sloeg hij een weg in die niet richting de grens ging. In plaats daarvan werden we keurig afgeleverd bij een zogenaamde travel agency waar we vriendelijk werden verzocht een arrivel kaart in te vullen. Als je op dit soort duistere zaken ingaat ben je zo een paar extra dollars kwijt voor een (nep) visa en allerlei andere onnodige services. Marleen en ik hadden al een visum waardoor de “dienst” verlener makkelijk konden afschudden en hij de Tuk-tuk bestuurder (die een flinke commissie krijgt door ons bij hun af te leveren) met ons weer weg stuurde. De tweede truc van de chauffeur was het doen alsof hij geen wisselgeld had waardoor hij alsnog het door hem gewenste bedrag kreeg. Ook dit is makkelijk te omzeilen door je geld te wisselen bij één van de vele kleine winkeltjes langs de weg.
Als we eindelijk de echte grens overzijn komen we in het vreemdste niemandsland dat we ooit hebben gezien. Het stukje land tussen Thailand en Cambodja is niet een bewaakt stukje mijnenveld met een weg ertussen maar is afgeladen met mensen en hun handeltjes. Daarnaast bevinden zich er nog een aantal enorme casino’s waar belastingvrij kan worden gegokt. Even is het niet duidelijk meer waar we moeten zijn om ons paspoort te laten stempelen en kan zomaar het gevaar onstaan dat we illegaal het land inkomen.Gelukkig vinden we na even zoeken een klein kantoortje met een paar bezwete douane medewerkers die ons visum van een stempel kunnen voorzien.
De volgende stap is de gedeelde taxi die we kunnen delen met een Amerikaanse. We weten de prijs iets terug te dringen en lopen met de taxichauffeur richting zijn auto. Als er een kofferbak wordt opengedaan voor ons willen we niets vermoedend onze tassen erin gooien. Wat blijkt dit is niet onze taxichauffeur maar dit is een andere die het kaas van het brood van zijn collega wil eten. Wederom doorziet Marleen ook deze truc en lopen we snel door achter onze eigen taxichauffeur aan. Als we eenmaal onderweg zijn merk ik dat we ongemerkt het linksrijden hebben ingeruild voor rechtsrijden en dat is een raar gevoel nadat we maanden met linksrijdend verkeer te maken hadden. De rit geeft ons meteen een goede eerste indruk van Cambodja. Het lijkt enorm veel op India minus de enorme bergen afval. Het landschap is vlak met af en toe een heuveltje. Onderweg pikken we een moeder met haar zieke kind op die waarschijnlijk naar het ziekenhuis in Siem Reap gaan.
Na twee uur rijden komen we aan in Siem Reap en worden we keurig afgezet bij een vaag bedrijf die de rest van onze rit wil verzorgen. Gelukkig is de Amerikaanse bekend in Siem Reap en verteld ons dat het nog maar een paar 100 meter rijden is. Weer een truc om meer geld van ons te verdienen. Hoogswaarschijnlijk brengt deze “dienstverlener” je naar een ander hotel waar hij dan weer commissie krijgt. Cambodja is een moeilijk land voor reizigers en ik kan me zo voorstellen dat de beginnende reiziger na een paar keer genaaid te zijn het vertrouwen in de mens (vooral die in Cambodja) compleet verloren zijn. Wij hebben deze les geleerd in India en vonden misschien wel daardoor India een ontzettend moeilijk land om in te reizen. Gelukkkig ligt dat achter ons en kunnen we mede door die ervaring hierdoor veel meer genieten van Cambodja.
We zijn in Siem Reap, de plek waar de hele wereld blijkbaar is. Het centrum bevat een paar straten met restaurants die zo modern zijn dat je ze makkelijk in Singapore zou kunnen tegenkomen. Het is een bizar contrast met de werkelijkheid van Cambodja. Het bedrag dat je hier voor een maaltijd neerlegt (een schijntje voor ons Hollanders) is ongeveer net zoveel als een gemiddeld Cambodiaans gezin een dag van zou kunnen leven. De restaurants zitten vol met toeristen vanuit alle windstreken en al deze mensen zijn er om het wereldwonder van Angkor Wat en Angkor Thom te bekijken. Feitelijk precies de reden waarom wij van onze route naar huis afwijken. De oude bouwwerken verkennen in het enorme (plusminus 25km2) gebied is een Indiana Jones avontuur op zich. Tempels met vormen van gezichten midden in de jungle, ik denk niet dat ik het hoef uit te leggen aangezien de meeste mensen hierzelf wel een beeld bij kunnen vormen. Hoewel er veel toeristen op af komen is dat door het enorme gebied niet zo probleem en is het een koud kunstje om toeristloos een afgelegen tempel te bezoeken. Maar rondom de populaire tempels (vooral Angkor Wat zelf) stikt het van de toeristen en de daarbij horende verkopers. Hier bestaan deze verkopers vooral uit meisjes tussen de 15 en 20. Één van deze meisjes biedt Marleen een shawl aan, zodra we die weigeren gooit ze haar hele wapenarsenaal aan spullen eruit om ook maar wat aan ons te verkopen. Uiteindelijk biedt ze zelfs aan om met ons mee naar huis te komen en bij ons de afwas te doen. Het aanbod klinkt aantrekkelijk in mijn oren maar we weigeren (vooral Marleen weigert) hoewel het me niet zou verbazen als het aanbod serieus is. Ze grapt nog wat en met een grote glimlach zwaait ze naar ons als we doorlopen.
Na een paar dagen tempels bekijken besluiten we te gaan aangezien we hier nog wel een week kunnen blijven maar we moeten door. Phnom Penh is de bestemming en we kijken er niet naar uit aangezien de verhalen niet al te positief zijn over deze stad. Maar na aankomst blijkt dit niet helemaal gegrond en vinden we de stad iets fijns uitstralen. Een drukte van jewelste, veel verkeer maar al met al is het niet storend en zeker niet onprettig. We melden ons meteen aan voor een Vietnamees visum, aan de poort van de ambassade gaan we toch nog bijna de fout in doordat we net op tijd besluiten niet ons paspoort mee te geven aan de bewaker. De ambassade medewerker (de echte) meldt ons dat we na het weekend ons paspoort weer kunnen ophalen. Het weekend gebruiken we voor het bezoeken van de Killing fields. Deze velden laten een verschrikkelijk verleden zien. Een verleden van de Rode Khmer. Een verleden van vele moorden, mishandelingen en verkrachtingen. Het is bizar om op een plek rond te lopen waar mannen, vrouwen en kinderen als beesten en door beesten zijn afgemaakt. Je kan geen plek vinden waar geen vreselijk verhaal aan zit vastgeplakt. Als ik naar een boom kijk waar baby’s tegen zijn dood geslagen alsof het vissen zijn word ik misselijk van onbegrip. Er zijn op deze plek duizenden mensen omgebracht zonder een enkele kogel te gebruiken. De mensen die hier naar toe werden getransporteerd kwamen van de Tuol Sleng gevangenis (waar ze al gemarteld waren) hierheen met maar één doel: de dood. De leider van de Tuol Sleng gevangenis staat op het moment van schrijven terecht maar ik zou niet weten wat voor straf zin zou hebben op zo’n gewetenloos persoon.
’ s Avonds staat ons de grootste verassing van het land te wachten. Als we richting een park lopen zien we dat het afgeladen met mensen is die aan het sporten en aan het dansen zijn. Mensen joggen, wandelen, dansen, badmintonnen, voetballen of bekijken de mensen die aan het sporten zijn. Het is alsof de gehele stad is uitgelopen om hier te komen bewegen en het is een bizar gezicht om een heel plein de zelfde danspasjes te zien maken. Het is zoiets als goedemorgen Nederland alleen dan zonder het televisie principe. Vol verbazing spreken we met één van de aanwezige die Engels spreekt en hij legt ons uit dat dit iedere vrijdag, zaterdag en zondag avond gebeurd. Na een kort gesprekje nemen we afscheid van elkaar en ook hij zwaait ons uit met een glimlacht van oor tot oor.
- Smiling ‘Ma’ our tuktuk driver
- Bayon temple in Angkor Wat
- Ta Prohm temple, Indiana J. style
- Terraces of the elephants at Angkor Wat
- Going Dutch
- Raining season in Cambodia
- Buddha
- Angkor Wat gate
- Result of the Killing fields
- Smiling ‘Ma’ our tuktuk driver
- Angkor Wat sunrice
- Mass dancing in Phnom Penh
- Temples roots
- “Brilliant sky all over”
- Dutch and Cambodian landscape, “same, same but different”
Waar was dit? / Where is this place?
2 Comments »
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Heey Robin en Marleen,
Met veel jaloezie lees ik jullie verhaal nu door :d, leuk stukje!! Weten jullie al wanneer en via welke landen jullie terug gaan komen?
x jore
[Translate]
He Jore! Waar ben je man? Hoe was Thailand, kan je nu al een beetje vechten of hoe zit het? Wij zijn op de weg terug. Alles hangt nog een beetje af van het russisch en wit russische visum. We zijn op dit moment in afwachting van het russische visum dat onverwacht 10 dagen op zich laat wachten en dat is dan weer een probleem voor ons huidige chinese visum (30 dagen). Moeilijk moeilijk moeilijk. In ieder geval denk ik dat we in september terug zijn en wel even een tijgertje met je kunnen drinken.
See you in Amsterdam!
[Translate]