Een vluggertje Thailand
Heerlijk is dat, het geluid van een wekker die niet gaat. Onze trein vertrekt rond 14.00 en het voordeel van de trein is dat je er gewoon één minuut voor vertrektijd kan komen aankakken en geen bagage hoeft in te checken. Kortom alle tijd voor ontbijt en zelfs voor lunch als het mee zit. Dat komt goed uit, we zitten per slot van rekening op Penang. Als er iets is wat je moet doen in Penang is het eten. Al helemaal als je, zoals wij, er voor de derde keer komt. De tien kilo die Marleen is verloren tijdens haar ziektebed zitten er alleen al door Penang ruimschoots weer aan. En nu maar hopen dat ik na deze zin nog steeds een vriendin en reisgenoot heb. Op ons gemak eten we onze lunch op en gaan met onze tassen richting de trein. De trein is dit keer de “international train” dus de verwachtingen zijn hooggespannen. Op het moment dat we aankomen op het station staan daar twee treinstellen(tjes) en een locomotief. Het is bijna dezelfde verbazing als toen we de Orient-express namen van Plovdiv naar Istanbul. Samen met een Zwitser die in Indonesie woont maken we al snel de conclusie: vliegen is spotgoedkoop dus niemand neemt meer de moeite om de trein te nemen. Het is een doodzonde en eigenlijk vind ik dat letterlijk. Al die zogenaamde backpackers proppen zichzelf steeds meer in taxi’s (wel afdingen, dat weer wel) richting het vliegveld om vervolgens het ultragoedkope vliegtuig te pakken voor een afstand van Penang naar Bangkok. De treinen worden hierdoor leger en leger en rijden op ten duur niet meer waardoor ik dat stuk weer per bus moet doen (waar ik een hekel aan heb).
De Zwitserse Indonesier is hier omdat hij van stad naar stad reist om het W.K. te volgen. In Indonesië gaat vanaf het eerste fluitsignaal het beeld op zwart. Hij denkt trouwens ook dat Oranje de finale wel gaat halen. Hij veranderd zelfs niet van mening als ik hem duidelijk maak dat we het komende weekend tegen Brazilië moeten en onze reputatie tegen de kanaries nou niet is om over een huis te schrijven. (more…)